Door de wenselijkheid zich steeds van de nodige geneeskrachtige kruiden te kunnen voorzien, ontstonden in de Middeleeuwen, aanvankelijk bij de kloosters en godshuizen, geneeskruiden tuinen. Hieruit ontwikkelden zich de zelfstandige kruidentuinen van beroepskwekers; een oud centrum was Noordwijk. de kruidentuinen geraakten, vooral door de concurrentie van de synthetische geneesmiddelen en bovendien door de lagere productiekosten van andere landen, in verval.
Het stopzetten van de invoer gedurende de eerste wereldoorlog bracht, vooral onder invloed van de Ned. Ver. v. Geneeskruidentuinen, de kruidentuinen weer tot bloei en er ontstonden, naast Noordwijk, tuinen bij Den Dolder, in Friesl. en Zeeland.
Na een tijdperk van teruggang van 1922 1935 is thans met medewerking van de Directie v. d. Tuinb. de geneeskruidenteelt veel intensiever ter hand genomen. Deze wordt thans vooral als nevenbedrijf van de kleine boer in afzonderlijke kruidentuinen bedreven. Centra zijn Doornspijk. Westergeest (Fr.), Gemert, Wijdten en Noordwijk.
Na het einde van de 2e wereldoorlog is door het Min. van Landb., nadat hieraan enige jaren van onderzoek waren voorafgegaan, de teelt van kruiden gepropageerd. Hierbij werd vooral sterk de nadruk gelegd op de coöp. organisatievorm, hetgeen noodzakelijk was i.v.m. het drogen en bewerken van de geoogste gewassen. Op de wereldmarkt bestaat nl. vooral vraag naar grote en uniforme partijen van prima kwaliteit.
Door een nauwe samenwerking tussen telers, instellingen van wetenschappelijk onderzoek en afnemers is het gelukt een kwaliteitsproduct op de wereldmarkt te brengen, dat meer en meer de aandacht trekt, zodat het er naar uitziet dat deze teelt een vaste plaats in Ned. zal gaan innemen.
In het tegenwoordige teeltprogramma komen gewassen voor. welke zowel op tuinbouwbedrijven als ook op landbouwbedrijven kunnen worden geteeld. In deze teeltprogrammas komt van jaar tot jaar wel eens wijziging, omdat men zich snel dient aan te passen aan de toenemende of zich wijzigende vraag.
Bij kruiden zijn het, naast algemene eisen inzake zuiverheid en uiterlijke kwaliteit, vooral de inhoudsstoffen, welke de waarde van een ras bepalen. Het gehalte moet voldoende zijn, terwijl in veel gevallen een bepaalde verhouding tussen verschillende inhoudsstoffen wordt gevraagd. Een ras is slechts aan te bevelen, wanneer het ook chem. grondig onderzocht is.
In België vindt men kruidentuinen in het N. van de provincie Henegouwen, ongeveer in de driehoek Lessen-Vloesberg-Tweeakkers. Het Rijksstation voor Plantenveredeling te Melle heeft de studie van enkele geneeskrachtige planten ter hand genomen.