Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 21-01-2021

Compost

betekenis & definitie

Hieronder verstaat men het product dat na vertering van een mengsel van plantaardige en of dierlijke afval ontstaat. Men kan 2 soorten c. onderscheiden, de boerderij c. en de stads-compost.

De boerderij-c. wordt samengesteld door de afvalproducten van de boerderij op een hoop of in een kuil samen te brengen. Hierin brengt men dan tuinafval (blad, snoeisel, aardappelloof enz.) en de huisafval (keukenafval, dierresten, soms ook de faecaliën van de kleine of grote huisdieren) en ook minerale stoffen (voegsels, modder, tuingrond, enz.).

Vooral de toepassing van dierlijke producten, die stikstof-(eiwit-)rijk zijn, werkt de vertering goed in de hand. Men moet deze hoop minstens éénmaal omzetten om een goede vertering te verkrijgen.

Vooral door de voorstanders van de ’biologischdynamisch bemestingsmethoden is aan de bereiding van c. veel aandacht besteed. Weliswaar voegen zij bepaalde stoffen in kleine hoeveelheden toe, waarvan de werking moeilijk objectief kan worden vastgesteld, maar hun algemene bereidingswijze is zeker van belang.

De samenstelling van de boerderij- of tuinderij-e. is zeer variërend en afhankelijk van de producten waarvan men is uitgegaan. Het is echter een zeer goede meststof, vooral voor de voorziening van de grond met organische stof, waardoor het micro-leven in de grond gestimuleerd wordt.

De stads-c. is de c., die in het groot gemaakt wordt en waarbij de stadsafval tot een waardevol product voor de landb. gemaakt wordt.

Het oudste systeem van de bereiding van stads-c. is dat, waarbij de afval (huisafval + straatvuil) gemengd wordt met de beer, waardoor na een gisting van enkele maanden een zeer goed product verkregen wordt.

Bij de huidige bereiding wordt i.h.a. slechts van de afval gebruik gemaakt, daar het watercloset-systeem de verzameling van de menselijke faecaliën als gevolg van de grote verdunning onmogelijk maakt.

Men kent in principe 2 systemen voor de bereiding van stads-compost.

Een systeem, waarbij het stadsvuil vóór de vergisting gemengd en verkleind wordt. In Denemarken gebruikt men hiervoor het Dano-procédé. Het stadsvuil wordt daar in een grote trommel geroteerd, waarbij het d.m.v. staven fijngemalen wordt. In de wand van deze trommel zijn gaten aangebracht van 2 cm. Materiaal dat tot deze grootte vermalen is valt uit de trommel.

In ons land gebruikt men te Schiedam een grote rasp (raspsysteem), waarmede het materiaal fijngewreven wordt (z. plaat). Het verkleinde vuil kan, nadat de scherven verwijderd zijn, direct als broeimest of na gisting als c. gebruikt worden.

Bij het tweede systeem, dat in ons land ook gebruikt wordt, laat men het stadsvuil zonder verkleining gisten. Het stadsvuil wordt daartoe na vervoer op grote hopen gezet. Hierin heeft een tamelijk aërobe gisting plaats, waarbij een belangrijk deel van de organische stof wordt omgezet. Pas na de vergisting wordt magnetisch ontijzerd en door zeven en malen het product verkleind en gemengd tot een m.o.m. homogene c. (z. Vuil-Afvoer Maatschappij, V.A.M.).

In tegenstelling met het eerste systeem kan hel tweede slechts op grote afstand van de stad worden toegepast, daar de stank gedurende de gisting van het niet gemalen product vrij groot is.

C. wordt gebruikt als bodemverbeteraar. de V.A.M.-compost bevat ca 4% organische stof (boerderij-c. dikwijls meer), kleine hoeveelheden N, P, K, tamelijk veel kalk en vele sporenelementen.

Het heeft een drieledige werking:

(1) toevoeging van organische stof aan de grond, waardoor het micro-leven wordt gestimuleerd;

(2) toevoeging van poreus materiaal aan de grond, waardoor de waterhuishouding wordt verbeterd en

(3) toevoeging van sporenelementen aan de grond.

C. wordt in grote hoeveelheden tot 40 ton per ha toegepast. Vooral voor ontginningsgrond is het een zeer belangrijke meststof.
A. C. SCHUFFELEN.

< >