(warme rij) Een warme rij wordt gemaakt door voren (veuren) van 30-35 cm diep en 45-90 cm breed uit te graven en onderin een laagje stro aan te brengen. Nadat dit voldoende nat is geworden, wordt er broeimest overheen gezet.
Als broeimateriaal wordt gebruikt: paardenbroeimest, stro + koemest, varkensbroeimest, stro + een stikstofhoudende kunstmestsoort en huisvuil. Paardenbroeimest broeit zeer goed; stro + koemest broeit langzamer. Deze broeimest kan worden verkregen door stro tussen de koeien te strooien, door het stro laagsgewijs uit te leggen en de koeienmest hierover uit te spreiden (z.g. staalbroeimest), maar ook door het stro in de veuren te leggen en hierover de koemest aan te brengen. de tweede methode vindt het meest toepassing. Stro + een stikstofhoudende kunstmest vindt vooral toepassing door gebrek aan paardenbroeimest. Het stro moet, voordat de stikstof wordt toegevoegd en de grond er over wordt gebracht, goed nat gemaakt zijn. Het gebruik van huisvuil vindt slechts incidenteel of proefsgewijze plaats.
Nadat de mest is aangebracht, wordt hieroverheen een laag grond gewerkt van 20-30 cm en daarna wordt afgedekt met glas (eenruiters).
Doordat de mest gaat broeien, ontstaat warmte, welke vooral bij de teelt van vroege komkommers nodig is. Verder wordt broeimest wel gebruikt bij de teelt van sla en meloenen.