Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 21-01-2021

Braam

betekenis & definitie

Deze vruchtsoort behoort tot de fam. dor Rosaceae, gesl. Rubus.

De soortnaam van de inheemse braam is R. fruticosus L.. De in ons land gekweekte bramen behoren tot de soort hedycarpus FOCKE subsp. procerus MUELL.. De meest voorkomende en voor ons land de beste var. is de ‘Himalaya’.De braam plant zich op natuurlijke wijze voort doordat de toppen der scheuten, zodra ze met de grond in aanraking komen, wortel schieten. Tevens ontstaat er op het eind een knop, die het volgend jaar een krachtige loot voortbrengt. Men kan de nu tweejarige loot van de oude plant snijden en de op deze wijze verkregen nieuwe plant uit de grond nemen en verplanten. De bramen worden aan ijzerdraden geteeld. Vormen er zich te veel loten dan dunt men de plant uit. Bij strenge vorst kunnen de éénjarige loten totaal bevriezen, maar de plant gaat niet dood.

Bij normale winters kunnen de uiteinden der loten een eind insterven. Sommige telers beschermen de planten daarom in de winter door ze met stro of blad te bedekken. de vruchten dienen voor directe consumptie, doch kunnen ook uitstekend verwerkt worden tot jam en wijn. De teelt in Ned. is nog niet groot, doch breidt zich uit.

< >