Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 21-01-2021

Boswet

betekenis & definitie

(Ned.). Wet van de 19de Mei 1922, S. 349, met vele wijzigingen.

Z. hiervoor: Ned. Staatswetten, SCHUURMAN enJoRDENs. No 85.Boschwet 1922, ete., door Mr Dr E. VAN BOLHUIS. Met de Bodemproductiewet 1939 en de Bodemproductiebeschikking 1949, Bosbouw en Houtteelt, (Staatscour. 21 Sept. 1949, No 184), regelt zij de boswetgeving in Ned. In het kort komt deze hierop neer:

a) Kapverbod, verbod van abnormale snoei, verbod tot stobbenrooien van hakhout, tenzij ontheffing wordt verleend.
b) Verplichte herbebossing van gronden, waarop na 9 Dec. 1939 een bos- of houtopstand is geveld of gerooid, tenzij ontheffing wordt verleend; subsidie van 50 %, indien is geveld tussen 1 Oct. 1940 en 1 Oct. 1945.
c) Verbod om handelingen te verrichten, waarbij de bestemming van bosgrond, geheel of gedeeltelijk

zou worden gewijzigd, dan wel schade kan worden toegebracht aan bossen, houtopstanden en stobben van geveld hakhout.

d) Verschillende maatregelen ter voorkoming van schade (dieren, plantenziekten, brand, opslagverbod van ongeschild naaldhout in vele gemeenten van 15 Mei-1 Aug.).
e) Subsidies aan publiekrechtelijke lichamen, alsmede verenigingen en stichtingen van algemeen nut, ter bewaking van natuurschoon, gevormd door bossen en andere houtopstanden.

ƒ) Renteloze voorschotten voor bebossing van woeste gronden aan dezelfde lichamen als hierboven onder e.

Een nieuwe b. voor Ned. is in voorbereiding. (België) De voorschriften van het bosregime zijn gegeven in de wet van 19 Dec. 1854, algemeen bekend onder de naam van ‘Boswetboek’. De bepalingen van deze wet zijn verder uitgewerkt in K.B. van 20 Dec. 1854, dat de uitwerkings- en uitvoeringsmodaliteiten van de wettelijke bepalingen inhoudt. Deze wet handelt o.m. over het bosbeheer; de grensscheiding; de bedrijfsregeling; de veiling der kappingen; de exploitatien: de hermeting; de bosschouwing; de gebruiksrechten; de politie en het behoud van de bossen; de opsporing en vervolging van de bosmisdrijven alsmede de te volgen rechtspleging.

Wat de bossen betreft die aan particulieren toebehoren, dient melding gemaakt te worden van de Wet van 27 Dec. 1931, waarbij de minister het recht heeft zich tegen alle abnormale of overdreven hakken te verzetten, ten einde een onrcdelijke of oneconomische vermindering van het boskapitaal te voorkomen. Deze wet geeft de gevallen aan in welke de hak als overdreven of abnormaal dient beschouwd te worden, alsook deze waarin de minister van zijn verzetsrecht kan gebruik maken. Ook moet vermeld worden de Wet van 7 Aug. 1931 op de natuurreservaten. In de als natuurreservaat geklasseerde bossen is het beschikkingsrecht der eigenaars in een zekere mate beperkt.

< >