noemt men in de bosb. de bedrijfsvorm, waarbij men de bomen, vóór zij hun volle hoogteontwikkeling hebben bereikt, laag bij de grond afzet om de zich uit de stronk ontwikkelde opslag periodiek te oogsten. In de 19e eeuw werd deze bedrijfsvorm veel toegepast bij de eik (z.
Eikenhakhout). Tegenwoordig vindt ze alleen nog toepassing bij de griendcultuur.