z. Gist (soorten van Saccharomyces).
1. De gewone b. bestaat uit de microscopisch kleine levende gistcellen, welke worden verzameld en tot blokken geperst. Deze blokken worden door bakkers gekocht en gebruikt voor het doen rijzen van brood.
2. (veevoeding) De aanwezigheid van levende gistcellen in voeder wordt als minder gewenst beschouwd. Daarom wordt b. niet als voedermiddel gebruikt maar wel gedroogde bakkers-of biergist, waarin de gistcellen door verhitting gedood zijn en dat een hoog gehalte aan diverse B-factoren heeft ('vitamines).
Gedroogde biergist wint het in dit opzicht van gedroogde b.. Laatstgenoemd product wordt wel aangevuld met bepaalde B-vitamines om het voor pluimvee waardevoller te maken (Delftse vitaminegist). Gedroogde b. is een zeer eiwitrijk voeder, maar het is meestal te duur om het als zodanig te gebruiken. Meestal wordt het gebruikt om het gehalte aan B-vitamines in de rantsoenen te verhogen.