Onder p. worden begrepen: hoenders, eenden, ganzen en kalkoenen, voorzover deze als huisdieren worden gehouden. Ook parelhoenders (poelepetaten) zouden ertoe gerekend kunnen worden, doch deze worden in Ned. slechts sporadisch aangetroffen.
P. wordt vrijwel uitsluitend gehouden voor de productie van eieren en/of vlees (nutpluimnveehouderij of bedrijfspluimveehouders). In enkele gevallen uit liefhebberij (sportfokkerij).
Onder het p. nemen hoenders (kippen) verreweg de grootste plaats in; daarop volgen eenden. Ganzen en kalkoenen worden slechts in geringe aantallen gehouden. Bij de inventarisaties voor landen tuinb. worden ze niet opgenomen.
P.-ziekten, die de meeste aandacht vragen zijn: Bij hoenders: pullorum, pokken en diphtherie, snot, coccidiosis, wormen, Marekse verlamming, infectieuse bronchitis, pseudo-vogclpcst, eileider-ontsteking, kalkpoten en voetgezwellen. Bij eenden: paratyphus, uitgezakte eileider en eileider-ontsteking.
Bij ganzen: coccidiosis, paratyphus, wormen.
Bij kalkoenen: black-head.