Het gewone aantal chromosomen van iedere plant- of diersoort is het dubbele of diploide aantal (b.v. rogge 2n = 14 en tarwe 2n = 42), dat van de geslachtscellen het enkele of haploide. De bastaard van rogge en tarwe heeft 7 x 21 = 28 chromosomen en is geheel steriel.
Na chromosoomverdubbeling (b.v. door colchicine) heeft de bastaard er 56, d.i. het dubbele stel van beide ouders en is daarmee amphidiploid (ook: allopolyploid). Doordat nu de rogge-chromosomen en de tarwe-chromosomen 7 resp. 21 paren kunnen vormen is de reductiedeling normaal. De amphidiploide tanve-rogge (= Triticale, samenvoeging van Triticum en Secale) is daardoor, evenals veel andere amphidiploiden, geheel fertiel en constant en een belangrijk vcredelingsobject (z. Polyploidie).