Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

verstomming

betekenis & definitie

Stomheid; vooral in de verb. iem. met verstomming slaan, verstomd doen staan, met stomheid slaan.

Wat later volgde de uitleg van di Vernio, die beide moeders met verstomming sloeg, VANDEN MAELDERE 1946, 98.

Het genie van deze man, die schrijven noch lezen kon, sloeg iedereen met verstomming, WALSCHAP 1963, 397.

Dit vakantie-Venetië voor mensen met veel geld, slaat de toerist met verstomming, Gazet v. Antw. 1/8/1980.

< >