uitzien
uitzien - Werkwoord 1. een zekere aanblik hebben: zie eruitzien ♢ Jij ziet er prachtig uit. 2. (inerg) ~ naar een verlangen koesteren ♢ Daar zie ik echt naar uit. Woordherkomst samenstelling van uit(bijwoord) en zien(w...
Wiktionary (2019)
uitzien - Werkwoord 1. een zekere aanblik hebben: zie eruitzien ♢ Jij ziet er prachtig uit. 2. (inerg) ~ naar een verlangen koesteren ♢ Daar zie ik echt naar uit. Woordherkomst samenstelling van uit(bijwoord) en zien(w...
Muiswerk Educatief (2017)
uitzien - onregelmatig werkwoord uitspraak: uit-zien 1. je erop verheugen ♢ ik zie uit naar de vakantie 2. ernaar op zoek gaan ♢ ik zie uit naar een andere baan 3....
Walter De Clerck (1981)
Gevolgd door een afh. dat-zin: opletten, in het oog houden; uitkijken. Thuis liet hij ons de suiker afwegen met de blinkende koperen gewichtjes ... . Ondertussen zag hij uit dat wij het niet te bont maakten of overal rond smosten, LIA TIMMERMANS 1962, 80.
Fa. A.J. Osinga (1952)
v., útsjen; (in de verte zien), fierkje, útfierkje; verlangend naar iets —, op eat longerje; er mooi —, toane, moai bylkje; er lelijk —, mal bylkje; dat ziet er raar uit, dat wiist raer; er anders —, út oare eagen sjen, in oar oansjen, oansjoch haww...
Van Dale Uitgevers (1950)
(zag uit, heeft uitgezien), 1. naar buiten zien ; thans alleen oneig., verwachtend zien, uitkijken: zij stonden uit te zien of de stoet al kwam; 2. (inz.) uitzien naar, a. tegemoet zien, verlangend wachten tot iets plaats heeft: met smart zagen wij uit naar de bevrijding; b. zoeken te verkrijgen : naar een...
M. J. Koenen's (1937)
I. zag uit, h. uitgezien (1 naar buiten zien; 2 het uitzicht hebben; 3 trachten [te krijgen], zoeken naar; 4 het uiterlijk hebben van; schijnen, lijken, dikwijls onpersoonlijk): 1. het raam uitzien; 2. mijn kamer ziet op de straat uit; 3. naar een betrekking, een dienst enz. uitzien; ik heb er vergeefs naar uitgezien, getracht; 4. hij ziet er slech...
Jozef Verschueren (1930)
('uit) I. (zag uit, heeft uitgezien) 1. naar buiten zien: het raam -. 2. ten einde zien: een prentenboek -. 3. door overspannen zien, als het ware verliezen : zich de ogen -, ook Fig. →: oog. 4. een bepaald uitzicht hebben : mijn kamer ziet op de straat uit. 5. een bepaald voorkomen hebben: er goed, slecht, ziekelijk het ziet er mooi u...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: