Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

stropen (stroppen)

betekenis & definitie

(Iem.) te veel doen betalen, afzetten; het vel over de oren trekken.

Afl.: stroper, afzetter; stroperij, afzetterij (Toen de pater kwam zat hij al dadelijk de zonden van gans zijn leven te belijden, al zijn ... stropperijen kwamen er uit, CLAES 1955, 102).

< >