Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

speeltuig

betekenis & definitie

1. Speelgoed; ook: stuk speelgoed.

In de oude stallingen van het... kasteel wordt veel getoond wat een kind op zijn weg naar het volwassen-worden begeleid: meubelen, kleding, hygiënische artikels, schoolbenodigdheden en vanzelfsprekend speeltuig, Gazet v. Antw. 30/7/1980.

2. Pers. of zaak die aan een pers. of macht willoos of weerstandloos is overgeleverd: speelbal; van pers. bep.: marionet; bij gebruikt iedereen als zijn speeltuig.

< >