Tongriem; vooral in de uitdr. van de spanader gesneden zijn, goed van de tongriem gesneden zijn, goed zijn mond kunnen roeren, goed zijn woordje kunnen doen enz.
Mensen die ... bij voorkeur met andere van de spanader gesneden wezens aanpappen, boven het geven van kopkrauwtjes aan de poes, DAISNE 1948, 60.