Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

sleutel

betekenis & definitie

In de verb. sleutel op (de) deur, gezegd van nieuwe woningen die volledig zijn afgewerkt, en dus onmiddellijk betrokken kunnen worden: sleutelklaar. (Gall., ter vert. van fr. clé sur porte).

Prijzen sleutel op de deur, grond inbegrepen vanaf 2.900.000 fr., Gazet v. Antw. 19/6/1977.

< >