Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

sleets

betekenis & definitie

Van pers.: slordig, t.w. in versleten kleren lopend; - van zaken: slijtage veroorzakend.

Hij ziet er maar sleetsch uit! WACHTERS 1946, 140.

Die riemtransmissie naar de werkplaats is veel te sleets en zou geëlectrificeerd moeten worden, ELSSCHOT 1960, 320.

Opm.: In de standaardt. wel van pers.: sleets zijn, zijn kleren, schoenen e.d. snel verslijten; niet lang met kleding doen.

< >