Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

serieus

betekenis & definitie

1. Van zaken: belangrijk; veel belangstelling wekkend, interessant; degelijk, behoorlijk; waardevol.

Hij vergastte hen natuurlijk op een serieuze humoristische toespraak! Alumni 1977, 4, 34.Een dame die kunst doceert aan de London University maakte meteen van de gelegenheid gebruik erop te wijzen dat de grote Rubensexpositie eigenlijk de enige serieuze tentoonstelling is. De rest is al te commercieel, Gazet v. Antw. 6/7/977.

2. Als bnw. van graad: zeer moeilijk, ingewikkeld, erg; het is een serieus geval, een serieuze ziekte; ook als bijw.: ernstig, erg; ze is serieus ziek, ernstig, behoorlijk ziek.
3. Als vragende tussenzin: (is het) serieus? echt waar? meen je dat werkelijk? heus?

< >