Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

schoonbroer

betekenis & definitie

Broer van de man of de vrouw: zwager.

Rikske van Peer Gijskens, die onder al de vrijende en toekomende schoonbroers en schoonzusters mijn grootste vriend was, CLAES 1950, 51.

Ge laat mij hier dien achternoen alleen, en mijn schoonbroer kan ik van mijn rok niet keren, STREUVELS 1962, 139.

V. geraakte in de bouwfirma van diens schoonbroer, Gentenaar 27/7/1977.

< >