I. Als znw.
Verzameln. en stofn. voor overwegend synthetisch vervaardigde stoffen die door druk en hitte in allerlei vormen kunnen worden gebracht: plastic.
Neem een héél groot blad papier en schrijf daarop alle produkten die uit petroleum gemaakt zijn: alle plastiek, de wasmiddelen, het spul dat je in het afwaswater doet, de spons, enz., Vrouw en Wereld febr. 1974, p. 20.
Leverbaar uit voorraad meranti hout met dubbel beglazing. Verpakt in plastiek - kwaliteitswerken met de goedkoopste prijzen, Advert. 5/7/1976, p. 3.
Voor het vernieuwen van uw dakgoot of platform, in zink en roofing. Alsook bekleden met plastiek v. uw dakgoten, Gents Adv. 12/8/1976.
Beladen met luchtmatrassen, dekens en stukken plastiek bezetten ze het terrein, Gentenaar 12/8/1977. Jerry zak, vat in soepel plastiek, volledig waterdicht, inhoud 6,5 liter, opvouwbaar tot een formaat van 16x13x3 cm. Voor eventuele pech door benzine- of watertekort, Touring 22/2/1978, p. 8.
Een pannelikker van rubber of plastiek, om potten en pannen van het meeste vuil te ontdoen voor u ze in de vaatwasmachine zet, Rijk d. Vrouw 29/8/1978, p. 5.
Ook o.a.: Reklamegids 9/11/1976. Koerier (ed. Hasselt) 18/8/1976, p. 14.
II. Als bnw.
Van plastic (gemaakt); in deze toep. vaak met het znw. verbonden; zie de Sam.
Als bnw. minder gewoon dan plastieken (zie ald.).
Plastiek doek voor bescherming van uw gewassen, Reklamegids 15/11/1976.
Plastieke latjes per 10 stuks nu twee gratis erbij, Teletip 24/1/1978, p. 11.
Opm.: In Vl.-België is plastiek (uitspr. plastik) (en het bnw. plastieken) het gewone woord; in de standaardt. echter is de aan het eng. ontleende vorm plastic (uitspr. pléstik) gebruikelijk (alleen in zeer plat, volks taalgebruik hoort men wel eens plastiek). Daarnaast komt plastiek (v.) wel voor in de bet.: boetseerkunst, aanschouwelijkheid van de stijl, en (veelal in de verkl.) een beeldhouw- of boetseerwerkje. In de frequentielijsten heeft plastic(s) freq. 23 tgov. freq. 4 voor plastiek: deze plastiek-vormen zijn zeer wrsch. attestaties van het hierboven genoemde znw. plastiek.
Sam.: plastiekartikel (Plastiek-artikelen en bouwmaterialen, Teletip 24/1/1978, p. 5);
- plastiekdoek (Feestprogramma Rumstse Volksfeesten 1976);
- plastiekfles (Volle melk. Plastiekfles van 1 liter, Uit een reclamefolder jan. 1977);
- plastiekplaat (Plastiekplaten aangepast aan eternitgolf, Uit een reclamefolder Meise jan. 1977);
- plastiekschuim, schuimplastic;
- plastiekverf (Extra witte plastiekverf, uitstekend geschikt voor binnenwerk, Teletip 24/1/1978, p. 9);
- plastiekwerk (Alle plastiekwerken (PVC) - Gespecialiseerd in het bekleden van dakgoten, Uit een reclamefolder Meise jan. 1977);
- plastiekzaak (De grootste plastiekzaak van de streek, Boom 17/6/1977);
- plastiekzak(je) (Plastiekzakjes diepvries, Westkust 19/8/1976, p. 7.
Plastiekzakken om schoongemaakte sla in de koelkast te bewaren, Rijk d. Vrouw 29/8/1978, p. 5).