Wat is de betekenis van plastiek?

...

(<Er.), v., g. mv., 1. de kunst om uit zachte stoffen beelden en figuren te maken; boetseerkunst; 2. (heelk.) het verplaatsen of inbrengen van levend weefsel of dood materiaal in het lichaam om defecten te herstellen; 3. aanschouwelijkheid van de stijl, door metaphoren, epitheta enz., beeldende kracht: de plastiek van een verhaal.

(1955) (ton.) het geheel van gebaren en overgangen in combinatie met het gesprokene. • Terwijl ze praten over 'jeu de boules' met die gemakkelijke plastiek waarvan bij ons alleen beroepsacteurs het geheim kennen, gaat de deur open. (Simon Carmiggelt: Articles de Paris.1955) • Freek en Bram in het Shaffy-theater gezien. Hele avond mij ste...

plastic Tegen de houtkant hadden ze barakken opgetrokken van versleten golfplaten, paletten, stukken zeildoek, plastiek, oude rolluiken, kapotte deuren, vensterlijsten en matrassen die ze van stortplaatsen en containerparken hadden weggesleept en tegen de bomen aan elkaar getimmerd. (Elvis Peeters, De ontelbaren) Belgisch-Nederlands...

Plastiek - theaterjargon voor de gebaren en uitbeeldingen waarmee men een gesproken tekst begeleidt; mimiek. Vgl. Fr. mimique; Du. Plastik.

(het) in België vaak voor: plastic. Als dit initiatief sluikstorters niet kan afschrikken: het stadsbestuur van Bilzen wil de namen van al wie blikjes, plastiek of ander zwerfafval dumpt, publiceren. - LN, 28-02-2003.

Plastiek is: 1) een driedimensionaal beeld (2) met plastische eigenschappen; meestal beeldhouwkunst; 2) de plasticiteit van een beeld.

[v. Gr. plastikos = het boetseren betreffend, van plassein = vormen] 1 de kunst van het kneden of vormen van weke materialen (was, klei, gips) tot figuren of beelden; 2 zie plastische chirurgie; 3 beeldende kracht, aanschouwelijkheid van literaire stijl; 4 (toneel) het gehe...

boetseerkunst; beeldende kracht; beeldhouwwerk; geheel van gebaren (ton.); geneeskundige behandeling betreffende lichaamsvormen