Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

palaber

betekenis & definitie

Bespreking, onderhandeling; - (eindeloos) gepraat, geklets; - praatje; - bij uitbr.: twistgesprek, ruzie, kibbelpartij; gekibbel, geruzie. - In de standaardt. wel: palaver.

Charles, de babbelaar en Manuel, de zwijger, hebben een palaber gehad, een kibbelpartij en ik was aanleiding, JONCKHEERE 1957, 137.

Djila komt toegesprongen, maakt zich droog kwaad, iedereen laat vallen wat hij droeg en komt kirrend aangehuppeld om te genieten van het palaber, JONCKHEERE 1957, 147.