Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

nadatum

betekenis & definitie

Later, naderhand, daarna.

Nadatum hees hij, ter ere van het goede weer, in het voorhofken een groot wit vlag, waarin de wind klapperde en de zon speelde, TIMMERMANS 1966, 10.

A. Waarom maakt u zich zorgen? Ze doen u in slaap, en ge voelt er niks van. B. Jaja, tijdens de operatie, maar nadatum?! A. Amai, wat zijt u kleinzerig! Uitzending BRT 23/3/1980.