Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

muit (muite)

betekenis & definitie

1. (Vogel)kooi; - vand. ook: in de muit zitten, gevangen, in de gevangenis zitten.

U kent dat, zo een café op zondagavond, op de markt van een provinciestadje... Het is een glazen muit waarin je te kijk zit, en iedereen die op de markt langskomt ziet je in de muit zitten, en iedereen kent je ook nog op de koop toe, BOON 1977, 73.

2. Als voetbalterm, in toep. op het doel.

< >