Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

meevooizen (meevozen)

betekenis & definitie

Van pers.: het spelletje meespelen; (iem. of iets) bijvallen.

Hij gaf zich graag zo’n air, maar ik moest er maar niet inlopen, dat was maar scherts ... Maar hij gaf zich graag uit voor een ouwe snoeper. ‘En wij vozen zo maar mee,’ zei ze verzoenend, ‘dat doet hem plezier en wij gunnen het hem,’ LEBEAU 1962, 127.

Bewaar me toch maar voor de lust hen te beklagen en te bemoederen en mee te vooizen met hun angst, Vrouw en Wereld juni 1974, p. 7..

< >