Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

mazoutkachel (mazoetkachel)

betekenis & definitie

Oliekachel, oliehaard, soms bep.: olieconvector; in de standaardt. ook: petroleumkachel.

Er was geen verwarming, verluchting, en een gekregen mazoutkacheltje van één der kliënten kon zelfs niet benut worden omdat de werkgever te gierig bleek een schouwbuisje aan te schaffen, Volksmacht 11/2/1977, p. 17.

In de woning van de familie C. ... is gisteren omstreeks 11u. brand uitgebroken. In de achterkeuken was een mazoutkachel aangestoken, die na een half uur weer was dichtgedraaid, Gazet v. Antw. 16/9/1977.

Gaskachels, kolenkachels en mazoutkachels in occasie. Tevens nieuwe gaskachels en mazoutkachels en kolenkonvektors tegen fabrieksprijzen, Rupelgalm 1/6/1978.

Ook o.a.: Gents Adv. 12/8/1976. Westkust 26/8/1976, p. 9. Centrumblad 27/10/1976)..

< >