Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

gierig

betekenis & definitie

Karig, terughoudend, in de verb. gierig zijn met (lofuitingen, commentaar enz.).

In de Amerikaanse kringen was men ook gierig met kommentaar inzake het Nabije Oosten, wellicht wou men eerst de gevolgen onderzoeken van de Likoedoverwinning bij de Israëlische verkiezingen, Nieuwsblad 20/5/1977.

Opm.: In de standaardt. uiteraard wel in de bet.: weinig of niets kunnende afstaan van zijn bezit, vrekkig.

< >