Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

leeggoed

betekenis & definitie

1. In toep. op lege flessen: leeg goed (in de standaardt. geen samenst.); - leeggoed gratis, geen statiegeld; - ook als opschrift in warenhuizen e.d.: lege flessen, leeg goed.

Marcel v. M. weet met alles raad, ook met zijn leeggoed. In plaats van die berg lege flessen weg te gooien heeft Marcel ze met gedichten gevuld, Knack 13/11/1971, p. 46.

Flessen + bakken. Leeggoed, Mech. 1/6/1978.

2. In toep. op het geld dat men stort als waarborgsom voor lege flessen, kratten e.d.: statiegeld; - geen leeggoed, geen statiegeld.

Cider ... 11,50 + 5F leeggoed, Bond 28/1/1977.