Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

lach

betekenis & definitie

Gemeenz., in de verb. het, dat is gene lach, in toep. op iets waarmee niet te spotten valt: het is niet om te lachen, geen lolletje enz.; ook in toep. op een moeilijk werk.

Kerstmis bij ons grootmoe thuis, was altijd bidden, dat was gene lach, Uit: Kerstmis in Antwerpen 1978.