1. In ongunstige zin: onhandig pers.; knoeier, scharrelaar; inz. in de sportt.: iem. die met de anderen niet mee kan komen enz.; ook in de stud.: achterblijver.
Twee uur lang duurde die prijskamp voor Latijn of Frans, Grieks, rekenkunde, opstel, en één uur voor de andere vakken... . Het waren geweldig spannende uren. Men kon de wanhoop lezen op de gezichten van de „krabbers” die er niet uit wijs geraakten, en de ernstige inspanning bij de knappe koppen, CLAES 1950, 43.
2. Iem. die hard moet werken om aan de kost te komen; ploeteraar.
Mensen zoals gij, sobere krabbers, kunnen honderd jaar worden, DE PILLECYN 1962, 121.