Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

klaveren (klaferen)

betekenis & definitie

Klauteren, klimmen.

- Zie ook de dialectwdb.

Een rosse bliksemschicht scheurde voor het laatst de wolken open; wij kwamen in een troepje bijeen, willoos en uitgeput. De runders klaverden overeind, GILLIAMS 1937, 17.

De kaai geleek wel op een mierennest van nieuwsgierigen. Men klaferde op schepen, men klom op de daken der huizen. Het was een nooit te voren beleefd schouwspel, VAN LOOY 1945, 45.

< >