Wat is de betekenis van klassen?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

klassen

klassen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord klas 2. meervoud van het zelfstandig naamwoord klasse

2024-04-29
XYZ van de Grieks-Romeinse Oudheid

Jos Liefrink (1989)

Klassen

Klassen - zie Vermogensklassen.

2024-04-29
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

klassen

(Een vloeistof of een weke massa) morsen; knoeien; hij kan niet drinken zonder te klassen. Beiden lekten van het zweet en van de malse honingspijs; ze plakten, en hadden werk om hun vingeren af te lakken. Loebas, de hond, stond er bij, en wat er geklast werd, slabberde hij gulzig op, TIMMERMANS 1966, 121. Sam.: volklassen, volmorsen;...

2024-04-29
Watersport A-Z

Kramer en de Bruin (1971)

Klassen

Klassen - Ontstaan en ontwikkeling. Tot in de 19e eeuw werden wedstrijden gezeild op voet van gelijkheid: ongeacht het type en/of de grootte van de deelnemende jachten werd dat jacht winnaar, dat het eerste de lijn van aankomst bereikte. Hierbij gingen gewoonlijk de grootste jachten met de prijzen strijken. Daarom ging men ertoe over de jachten naa...

2024-04-29
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

KLASSEN

zie Standen.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Klassen

(klaste, heeft geklast), (gew.) stapelen, tassen: stenen klassen, hooi klassen.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

klassen

klaste, h. geklast (Z.-N. plassen; morsen): in ’t water klassen; melk klassen. klassenhaat m. (haat tussen de verschillende klassen of standen der maatschappij inz. tussen de lagere en hogere).

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

klassen

('klassən) (klaste. heeft geklast) een werk slecht verrichten : hij kan niets dan -.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

klassen

(klaste, heeft geklast), (gew.) morsen, kliederen.