Pasgeboren kind; soms bep.: doopkind, petekind, dopeling; - vaak ook scherts, of liefkozend in toep. op een kind dat nog graag geknuffeld wordt: knuffeltje; ook spottend in toep. op iem. die niet flink is, die zich niet durft te weren, die onervaren of naïef is enz.: doetje; groentje.
Ge zijt nog een kerstekind als ge uw handen moet gebruiken hé! Ge denkt zeker dat ge dat allemaal niet moet kunnen als ge letters hebt gegeten, Gehoord te Boom maart 1977.