1. Eten, spijs, voedsel; ook: het gulzig of veel eten (als handeling); - ergens aan fret geraken; voor de fret zijn, gaarne en veel eten.
2. (Gewest.) Behoefte aan -, drang tot (veel) eten; eetlust, honger; steeds in verb. als (het, veel) fret hebben e.d.