Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

druipneuzen (drupneuzen)

betekenis & definitie

Van pers.: beschaamd, beteuterd zijn, staan; het gevoel hebben dat men een gek figuur heeft gemaakt. Daarnaast ook het znw. druipneus (drupneus), in de verb. met een druipneus, beschaamd, beteuterd.

Hoe zou het hem vernooien (= vergenoegen) Sieper te treiteren, hem te zien druipneuzen eens dat die zijn opzet mislukt was, gedwongen te bekennen dat de oude deken gelijk had, STREUVELS 1964, 184.

< >