Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

bouwwerf

betekenis & definitie

Gebouw in aanbouw en het bijbehorende terrein; bouwterrein, bouwwerk; soms bep.: opslagruimte voor bouwmaterialen; - (in ’t mv.) ook: wegen werken.

Er waren geen blinde muren, krotgevels, omheiningen van bouwwerven, VAN AKEN 1965, 9.

Koning zag per helikopter Belgiës grote bouwwerven, Taalb. 1974, II, 849.

Een moskee en een moderne bouwwerf, kenmerkend voor Irak, traditie en eerzucht, Laatste Nieuws 30/7/1980.

Sam.: woningbouwwerf (Belangrijke... bouwfirma zoekt... werfleider voor haar woningbouwwerven in het Brusselse, Gazet v. Antw. 3/7/1977).

< >