Wat is de betekenis van bouwwerf?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bouwwerf

bouwwerf - Zelfstandignaamwoord 1. terrein met een gebouw in aanbouw Woordherkomst samenstelling van bouw(werkwoord) en werf(zelfstandig naamwoord) Synoniemen bouwplaats

2024-04-19
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

bouwwerf

bouwterrein De torenkraan stond op de bouwwerf van een groot kantoorgebouw dat naast de rotonde van de Dampoort moet verrijzen. Gisterenmiddag merkten arbeiders plots dat de kraan zichtbaar begon over te hellen, in de richting van de rotonde. (De Standaard) In het Frans: 'chantier de construction'. Zie: werf. Belgisch-Ned...

2024-04-19
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

bouwwerf

(de, -werven) bouwterrein, bouwplaats, terrein met een bouwwerk in aanbouw. Met alle onderhoudswerken die op stapel staan, mag de Scheldestad zich de komende jaren de titel bouwwerf van Vlaanderen toemeten. Trends, 27-03-2003.

2024-04-19
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

bouwwerf

Gebouw in aanbouw en het bijbehorende terrein; bouwterrein, bouwwerk; soms bep.: opslagruimte voor bouwmaterialen; - (in ’t mv.) ook: wegen werken. Er waren geen blinde muren, krotgevels, omheiningen van bouwwerven, VAN AKEN 1965, 9. Koning zag per helikopter Belgiës grote bouwwerven, Taalb. 1974, II, 849. Een moskee en een mode...