Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

autobus

betekenis & definitie

In toep. op een groep achterblijvers, bep. in bergetappes; ook in toep. op het achtervolgend pekton.

Jos Huysmans... had het te druk om op het probleem in te gaan. «Ekskuseer», zei hij, «maar ik moet nog één en ander arrangeren. Ik ben dit jaar de kondukteur van de autobus en je begrijpt dat ik daarmee wat om handen heb», Gazet v. Antw. 21/7/1977.