Wat is de betekenis van Autobus?

2024-03-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

autobus

groot motorvoertuig voor personenvervoer. groot vierwielig motorvoertuig voor personenvervoer dat is voorzien van vele rijen achter elkaar geplaatste zitplaatsen, en dat wordt ingezet voor openbaar vervoer, gezelschapsreizen, vervoer van personeel enz.. Zowel in niet-referentieel gebruik (per autobus reizen, de autobus nemen) als in refer...

2024-03-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

autobus

1. (1977) (wielr.) benaming voor de niet-klimmers die zich groeperen tijdens een bergrit om zo binnen de tijdslimiet aan te komen; samenklontering van zgn. drollecoureurs*, krabbers*, pannekoeken* en patattencoureurs* tijdens berg-ritten. Ze rijden in hun eigen tempo en hun doel is om samen vóór het sluiten van de tijdcontrole binnen...

2024-03-29
CBS begrippenlijst

CBS (2018)

Autobus

Motorvoertuig ingericht voor het vervoer van negen of meer passagiers (excl. de bestuurder).

2024-03-29
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Autobus

Autobus - samenklontering van drollecoureurs, krabbers, pannekoeken en patattencoureurs tijdens bergritten. Ze rijden in hun eigen tempo en hun doel is om samen vóór het sluiten van de tijdcontrole binnen te zijn. Door hun grote aantal kunnen ze niet uit de wedstrijd gezet worden, mocht de tijdslimiet overschreden zijn. De autobus, ook wel afgekort...

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

autobus

autobus - zelfstandig naamwoord uitspraak: au-to-bus 1. vervoermiddel voor meer dan vier personen ♢ de autobus is een openbaar vervoermiddel Zelfstandig naamwoord: au-to-bus de autobus d...

2024-03-29
Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

autobus

(in het Franse argot ook wel: omnibus), benaming voor de niet-klimmers die zich groeperen tijdens een bergrit om zo binnen de tijdslimiet aan te komen; samenklontering van zgn. drollecoureurs, krabbers, pannekoeken en patattencoureurs tijdens bergritten. Ze rijden in hun eigen tempo en hun doel is om samen vóór het sluiten van de tijdcontrole binne...

2024-03-29
XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Autobus

Autobus - De autobus, verscheen voor het eerst in A. op 15 apr. 1911; op de tweede paasdag van dat jaar kon A. zich verbazen over een "helrode automobiel van buitengewone afmetingen". Deze bood plaats aan veertien personen en de eerste rit voerde naar de bollenvelden. De pers was enthousiast over deze wagen, waarvan de carrosserie door de fabriek v...

2024-03-29
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Autobus

Het grote voertuig dat veel passagiers kan vervoeren, wijst erop, dat men uitsluitend samen met anderen in staat is om een belangrijk doel te bereiken, aangezien men als individu eenvoudigweg niet voldoende energie kan opbrengen.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

autobus

In toep. op een groep achterblijvers, bep. in bergetappes; ook in toep. op het achtervolgend pekton. Jos Huysmans... had het te druk om op het probleem in te gaan. «Ekskuseer», zei hij, «maar ik moet nog één en ander arrangeren. Ik ben dit jaar de kondukteur van de autobus en je begrijpt dat ik daarmee wat om handen...