Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

accorderen

betekenis & definitie

M. betr. t. een muziekinstrument: stemmen.

Ge hebt fijne oren, gaat accorderen, er is genoeg mee te verdienen. Doet lijk Rizzeke. Die rijdt met zijn fiets van dorp tot dorp en belt aan de herenhuizen om te vragen of ze geen accordeur nodig hebben, VERMEYEN 1947, 98.

Opm.: In de standaardt. wel als muziekt., van tonen: welluidend samenklinken.