Wat is de betekenis van accorderen?

2024-04-28
AI woordenboek

ChatGPT (2023)

accorderen

Het woord "accorderen" betekent "overeenkomen" of "overeenstemmen". Het wordt vaak gebruikt om aan te geven dat twee of meer partijen het met elkaar eens zijn over iets, bijvoorbeeld een plan of een beslissing. Het kan ook gebruikt worden om aan te geven dat iets in overeenstemming is met een bepaalde norm of standaard...

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

accorderen

accorderen - Werkwoord 1. (ov) tot een akkoord komen, het eens worden Woordherkomst afgeleid van het Franse accorder (met het achtervoegsel -eren) Verwante begrippen overeenkomen

2024-04-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Accorderen

(Fr. s'accorder] het met elkaar kunnen vinden, elkaar verdragen.

2024-04-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Accorderen

(akkorderen) overeenkomen; tot overeenstemming komen

2024-04-28
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

accorderen

M. betr. t. een muziekinstrument: stemmen. Ge hebt fijne oren, gaat accorderen, er is genoeg mee te verdienen. Doet lijk Rizzeke. Die rijdt met zijn fiets van dorp tot dorp en belt aan de herenhuizen om te vragen of ze geen accordeur nodig hebben, VERMEYEN 1947, 98. Opm.: In de standaardt. wel als muziekt., van tonen: welluidend samenklinke...

2024-04-28
Ambtelijk taalgebruik

Wouter de Koning (1976)

accorderen

1. instemmen met 2. goedkeuren.

2024-04-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Accorderen

een vergelijk treffen; toestaan, vergunnen; een overeenkomst aangaan

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Accorderen

v., akkordearje.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Accorderen

(accordeerde, heeft geaccordeerd), (<Fr.), 1. overeenkomen, overeenstemmen; 2. met elkander goed overweg kunnen; 3. bewilligen, toestaan; 4. een vergelijk treffen, b.v. met een schuldenaar die niet kan betalen; 5. vergelijken (rekeningen); — 6. (muz.) welluidend samenklinken (van tonen); — (Zuidn.) een piano accorderen, s...