Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

aantoortelen

betekenis & definitie

(Iem.) zonderling (aan)kleden, toetakelen.

Dat Sint-Pieter aangetoorteld is met lappen en palullen - maar toch merkt hij op dat... de uitgerafelde naden van zijn gehavende plunje een zoom hebben van goud, STREUVELS 1962, 183.

Waar ieder in de week, zonder opschik, smullig in de kleren stak en goed-kome-’t-uit aangetoorteld liep, verscheen Mira in hare schamele plunje - altijd te nauw en te kort, STREUVELS 1964, 49.