In de verb. zich (van iem.) iets aandragen, zich iets aantrekken, zich er om bekommeren (zie ook de dialectwdb., o.a. C., J. en T.B.); - gewest, ook: iem. aandragen, iem. verklikken.
Van Emke draagt zich niemand iets aan. Zij heeft zo weinig van node dat het onopgemerkt kan doorgaan, TEIRLINCK 1952, 1, 108.