Beurspoortje - Oorspronkelijk een achterdoor- gang aan de zijde Vijgendam* naar de Beurs van De Keyser*, die aan de Rokinzijde lag "te water uitgebouwd". Na de sloop van deze beurs in 1836 bleef de rij huizen aan de Vijgendamzijde, enige winkels met het poortje, tot 1912 bewaard, al was dan hier de oude bouw van De Keyser na al de verbouwingen en herstellingen aan de huizen niet meer te herkennen. In het begin van de 20ste eeuw is het poortje met de boogafsluiting gerestaureerd. Toen nog had het poortje de bijnaam "Het poortje van Froger", naar de bekende hoedenzaak er vlak naast. De zoon van deze Froger, (die weer de bijnaam "de albehoeder" droeg), was de ontwerper van het Noordzeekanaal.
In 1916 was het gehele blok, poortje en winkels, verdwenen voor de bouw van het gebouw Industria* (zetel van de Industriële Club*) en was alleen een nieuw poortje, maar niet precies op de plaats van het oude, in de bouw uitgespaard, voor een doorgang naar het Rokin. In 1986 waren er plannen voor herbouw ter gelegenheid van het 110-jarig bestaan van de Amsterdamse Effectenbeurs*, maar deze plannen gingen niet door. De onderdelen lagen opgeslagen op het terrein van het Stedelijk Museum en later in de tuin van de synagoge aan de Nieuwe Uilenburgerstraat, waar het restauratieatelier Uilenburg was gevestigd. Directeur Hans 't Mannetje maakte daar een reconstructie van het poortje, die de verbinding symboliseert tussen oud en nieuw, tussen de 17de en de 20ste eeuw en tussen de Effectenbeurs en de Koopmansbeurs* aan het Beursplein. In de zomer van 1986 was er in de Wezengalerij van de Nieuwe Kerk een tentoonstelling, Het Beurspoortje, die geopend werd door de voorzitter van de Vereniging voor de Effectenhandel, drs B.F. baron van lttersum. Deze expositie was samengesteld door Roelof van Gelder en Lodewijk Wagenaar.
LIT. Het Beurspoortje, De Lamp sept. 1985.