XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Uilenburg

betekenis & definitie

Uilenburg is met Marken* en Rapenburg* een van drie eilanden die in 1593 aan de stad werden toegevoegd en ingericht voor de vestiging van scheepstimmerwerven. Hoewel de betekenis van de naam niet met zekerheid valt vast te stellen, is bekend dat er reeds in 1470 een moerassig stuk land op deze plaats lag, de Uylenbraeck geheten. Juist in de tijd dat de bebouwing van Uilenburg begon, vluchtten er uit Duitsland vele joden naar ons land die een woonplaats kozen in het nieuwste deel van de stad, dus op dit eiland, waar joden zijn blijven wonen tot zij door de Duitsers weggevoerd werden. Twee straten doorsneden het eiland evenwijdig, de Uilenburgerstraat en de Batavierstraat, vroeger ook Achter- en Voorstraat geheten. Uilenburg was de wijk van de scheepswerven en ankersmederijen, de wijk waar de geschuthandelaars hun opslagplaatsen hadden.

Toen in de 17de eeuw de stad groeide, de Oostelijke Eilanden* werden aangelegd en dit oude eiland ver van het IJ kwam te liggen, verdween een groot deel van die handel en bedrijvigheid. Aan het einde van de 19de eeuw resteerde een buurt van krotwoningen*. Van de 908 woningen waren er 380 zelfs te slecht voor sanering. Hier leefde het meest noodlijdende deel van de kleine handelaren. In 1910 is het gemeentebestuur begonnen met de onteigening, afbraak en herbouw van de bebouwing (zie: Tellegen). Aanvankelijk was het voornemen deze wijk weer tot woonwijk te bestemmen, maar later is het gemeentebestuur daarvan teruggekomen en besloot men in verband met de cityvorming en de gunstige ligging van het eiland voor industrie e.d., de grond in hoofdzaak te bestemmen voor magazijnen, kantoren en kleine industrieën.

Er verrezen in 1927 ook 72 woonhuizen, gebouwd door het bouwfonds van de Handwerkers Vriendenkring* naar ontwerp van de architecte J.H. Mulder* om de joodse bevolking te huisvesten. Ten behoeve van hen die het eiland moesten verlaten door onteigening en afbraak van hun woningen, had het bouwfonds in de Transvaalbuurt reeds eerder 379 woningen gebouwd. In 1927 zijn de laatste te ontruimen woningen op Uilenburg door de bewoners verlaten. Sindsdien werd de Uilenburgerstraat verbreed, verdwenen de krotten en kwamen er nieuwe woningblokken, pakhuizen en industrieën. De twee straten van

Uilenburg, Uilenburgerstraat en Batavierstraat, met tussenliggend huizenblok, zijn vervangen door één brede straat, de Nieuwe Uilenburgerstraat. De voormalige Diamantslijperij Boas*, op de nrs 173-175, tegenwoordig het onderkomen van Gassan Diamonds, was van 1879 tot het begin van de Tweede Wereldoorlog, toen de bezetter het werken in deze buurt onmogelijk maakte, de grootste diamantslijperij van A.. Met de synagoge* en de pakhuizen, nrs 1-23, vormen deze gebouwen de enige herinnering aan de oude joodse volksbuurt. De synagoge op nr. 91, gebouwd in 1766, is sinds lang niet meer voor de eredienst in gebruik, maar ging rond 1955 dienst doen als opleidingsatelier voor restauratoren, waaraan jarenlang leiding werd gegeven door de beeldhouwer Hans 't Mannetje en later als opslagplaats voor de Monumentenwacht van de provincie Noord-Holland. De synagoge is onlangs gerestaureerd.

Lit. Dr. L. Jansen, De Foeliestraat en omgeving, O.A. 1965, 176; J. Wagener, Bewegend Amsterdam, O.A. 1978, 336; A van der Velden, Uilenburg en het Boasgebouw, uniek monument, I en II, O.A. 1987, 187 en 214; Gerrit Vermeer en Ben Rebel, d’Ailly's Historische Gids van Amsterdam, 1992, 205; Hans Stoovelaar, Uilenburg 70 jaar, 1996.