Beurstrommelen - Tot sept. 1903 was het een vermaak voor de A'damse jongelui om op de
Koopmansbeurs* aan het Damrak te gaan trommelen. Dit vermaak schijnt terug te gaan tot het jaar 1621. In dat jaar, het laatste van het Twaalfjarig Bestand, wilde Spinola, de Spaanse veldheer, de oorlog hervatten met een klinkend Spaans succes. A. moest vallen. Enkele Spaansgezinden, onder wie de steenhouwer Balthasar Paul, werden op de stad afgestuurd om er op diverse punten brand te stichten. De vroedschap* had er echter iets van vernomen en loofde ƒ 300 voor aanwijzingen uit. In die tijd speelden de jongens graag op de Beurs, hoewel "Beurssie" de beursknecht hen met een stok pleegde te verjagen. Die oude Beurs van De Keyser*, toen pas nieuw, lag boven het water van het Rokin*. Op een dag was daar ook een weesjongen met zijn bal aan het spelen. De bal rolde door een opening in het water, de jongen ging zijn bal zoeken en ontdekte dat er onder de Beurs een schuit lag, geladen met buskruit.
De jongen rende naar de schout*, die de schuit ijlings liet weghalen. De weesjongen werd voor de Heren gebracht. Daar vroeg hij als bijzondere gunst dat de A'damse kinderen voortaan vrijelijk in de kermismaand, september, op de Beurs mochten komen spelen. En dat werd toegestaan. Schriftelijk is het echter nooit vastgelegd, maar desondanks kwamen A'damse jongens elke septembermaand naar de Beurs. Zij verkleedden zich dan als soldaten en maakten met trommels en trompetten een oorverdovend lawaai. Enige malen is dat spel verboden geweest, bijv. in 1626 en in 1850. Bij de laatste gelegenheid verzette de jeugd zich tegen het verbod en wendde zij zich zelfs per rekwest tot het gemeentebestuur. Een rekwest op rijm nog wel.
Het rekwest was van Jan Schenkman, een bekende A'dammer. En inderdaad werd het trommelen toen weer toegestaan, tot 1903, toen het op de Beurs van Berlage* weer verboden werd. Algemeen bekend is de oude legende van het buskruitverraad eigenlijk pas geworden door Jacob van Lennep*, die er in 1859 een toneelstuk van maakte, "Een Amsterdamsche jongen of het Buskruitverraad van 1622". Het is zeer populair geweest en zelfs in sept. 1940 nog opgevoerd. Dit romantische, levendige stuk, waarvan een van de hoofdrollen door Van Lennep werd geschreven voor zijn vriend, de acteur Veltman, geeft inderdaad een boeiend, kleurig beeld van het A'damse leven in die tijd. Het beurstrommelen is op 11 sept. 1954 in ere hersteld. Reeds in 1953, ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Beurs, was men er mee begonnen, maar in 1954 was het weer op de echte datum. Langzamerhand echter geraakte het beurstrommelen in onbruik en verdween van het toneel tot in sept. 1981 het comité "Westerkerk 350 jaar" en de Bond van Amsterdamse muziekverenigingen de draad weer probeerden op te pakken.
Lit. Trommelen te Amsterdam, O.A. 1954, 119; Trommelen op de Beurs, O.A. 1956, 159; C. de Jong, Slaet op den trommele, O.A. 1958, 261, 320 en 352; Peter-Paul de Baar, Trommelen op de Beurs, O.A. 1989, 278.