Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 02-09-2021

vloer

betekenis & definitie

1) (1958) (televisie) studioruimte.

• Om hierin de stem van de regisseur te doen doorklinken, die door een brede glazen ruit enige meters boven de eigenlijke studioruimte een overzicht over de rimboe heeft, loopt iedereen op de „vloer" (de studioruimte) met een koptelefoon op of met een ontvangknopje in het oor. Via een vóór hem staand microfoontje geeft de regisseur zijn instructies naar de drie cameralieden, de „hengelaars" (officieel microfoon-manipulators genaamd) en de floormanager, die men zijn „vervanger op aarde" zou kunnen noemen. (Algemeen Handelsblad, 01/11/1958)

2) (2013) (journ.) redactielokzaal.

• Waarom ik u met dit alles lastigval: de afgelopen week liep het aardig uit de hand met de ontboezemingen van verdorven vrouwen. En dan nog wel op de redactie van De Standaard. Eerst was er de collega die me in een onbewaakt moment vertelde over haar kortstondige buitenechtelijke relatie met iemand van ‘de vloer’, zoals wij de vloer hier noemen. (Tom Heremans: De belevenissen van een macho in vrouwvriendelijke tijden. 2013)