Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 25-09-2023

verliezen

betekenis & definitie

1) (2018) (stud.) kotsen, overgeven. Syn.: over je baard* gaan; over je blaffer* gaan; even een brakje* leggen; nekken*; een plaatje* leggen; een prakje* leggen; uit zijn strot* baggeren; over je zuiger* gaan.

• Verliezen = overgeven. (F.M. Melchers: Burger of borrelaar? Een kwalitatieve studie naar de relatie tussen groepsidentiteit en taal bij een Utrechtse studentenvereniging. Bachelorscriptie. 2018)

2) (begin 20e eeuw) (mil. euf.) dode soldaten.

• Toch zijn ‘verliezen’, zoals de dood van militairen in oorlogstijd doorgaans eufemistisch wordt genoemd, niet uit te sluiten, weet ook Bos. (Algemeen Dagblad, 19/02/1994)