Wat is de betekenis van verliezen?

1) (2018) (stud.) kotsen, overgeven. Syn.: over je baard* gaan; over je blaffer* gaan; even een brakje* leggen; nekken*; een plaatje* leggen; een prakje* leggen; uit zijn strot* baggeren; over je zuiger* gaan. • Verliezen = overgeven. (F.M. Melchers: Burger of borrelaar? Een kwalitatieve studie naar de relatie tussen groepsidentiteit en taal b...

verliezen - Werkwoord 1. (ov) iets kwijt raken ♢ In 2009 heeft de politieke partij vijf procent van haar leden verloren. 2. (inerg) niet winnen verliezen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord verlies Woordherkomst met het voorvoegsel v...

verliezen - onregelmatig werkwoord uitspraak: ver-lie-zen 1. verslagen worden ♢ Ajax heeft dit weekend verloren 1. een proces verliezen [veroordeeld worden door de rechter] ...

Van een slag door de leider: afstaan aan de tegenpartij.

Militair eufemisme voor doden. Het is onduidelijk wat men juist verloren heeft. Het kan ook materieel zijn, maar doorgaans blijkt uit de context duidelijk genoeg dat het om mensen (gesneuvelde soldaten) gaat. Ook als werkwoord kan het een discrete allusie zijn op de dood. Zo kan men van iemand zeggen dat hij (zij) zijn (haar) man (vrouw) verloren h...

Zie ook: rendement.

De gelovige katholiek bidt Sint-Antonius van Padua, de beschermheilige van het huwelijk, van de paarden en voor het terugvinden van verloren voorwerpen, om hulp, als hij iets kwijt is. De bijgelovige voorkomt ‘het verlies van een nieuw mes’ als hij ‘het eerste beetje dat hij ermee snijdt aan een hond geeft’. (Schönba...

verliezen - Onderaardse kerkers.

: verloren hebben (had verloren), iets gemist hebben. Je hebt verloren = Je hebt wat gemist, er is iets aan je voorbij gegaan.