Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 07-09-2022

turf

betekenis & definitie

1) (19e eeuw) (Barg.) gestolen goed; (geld)beurs. 'Stevige turf': goed gevulde beurs.

• Turf, beurs: stevige turf, weivoorziene beurs. (Onze Volkstaal. Deel 3. 1885. Alphabetische Woordenlijst van het Bargoensch)
• Turf, (barg.), beurs; stevige turf = welvoorziene beurs. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899)
• (Onze Taal Taalkalender 2008, 19 december)
• (Hans Heestermans & Ditte Simons: Mokums woordenboek. 2014)
• (Paul van Hauwermeiren: Bargoens. Vijf eeuwen geheimtaal van randgroepen in de Lage Landen. 2020)

2) (1910) (inf.) dik boek; pil*.

• Het resultaat is een turf van ruim achthonderd bladzijden.... (De Groene, 21/11/1953)
• Het gevoel van verlamming dat ik kreeg bij het verplicht lezen van turven uit de Amerikaanse sociologie als Warner en Lunt, The Social Life of a Modern Community. (H.J.A. Hofland: Tegels lichten. 1972. Vijfde druk 1986)
• Het huis Lauernesse van Bosboom-Toussaint, dat soort dikke turven las ik. (Violet Falkenburg: Van hoelahoep tot Hyves. 2010)

3) (19e eeuw) (sold.) brood. Syn.: kuch*; zaaier*.

• Het militair brood als voorwerp beschouwd, heet ook „zaaier" of „taart," of „knijzer," ook wel „tift" of „turf," maar „kuch" is de algemeene of stofnaam. Men zegt dus niet dat men zn slapie een .kuch" voor zn hersens gooit, maar spreekt in dit geval van „taart" enz. (Rotterdamsch nieuwsblad, 11/10/1897)
• Binnen eenige oogenblikken liggen op den stroozak van den ringbaard, die men al heel gauw „ringmosch" gedoopt heeft, een stuk of wat oudbakken „turven" en heeft zich een kringetje belangstellenden geformeerd om het wonder le aanschouwen. (Rotterdamsch nieuwsblad, 11/10/1897)

4) (begin 20e eeuw) (Vlaanderen, Barg.) tabak.

• Teurf. zn.m. Bargoens voor: tabak. Leeft nog voort in uitdrukkingen als: 1) toffen teurref = goede tabak. 2) straffen teurref = sterke tabak, ook: een moeilijke zaak of karwei. Mé zoe ne zak van fèfteg kilou oep ave velou, da's straffen teurref! (H. Diddens: Woordenboek van het Mechels dialect. 1999)