Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 26-09-2023

tronk

betekenis & definitie

(19e eeuw) (Ned.- Indië) primitieve gevangenis. Ook wel: tronkhuisje.

• De gevangenen huizen in de ‘boei’, d.i. gevangenis, te Mangkasar en elders in ZW Celebes, evenals in Zuid-Afrika ‘tronk’ genoemd. (De Gids. Jaargang 39. 1875)
• Tronk, (afr.), gevangenis. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899)
• Pas op of ik laat je in de tronk donderen! (Willem van Iependaal: Kluivenduikers Doedeldans. 1937)
• Tronk. primitieve gevangenis. Het moet een oud woord zijn, afkomstig uit het Portugees tronco, boomstam, blok. Lat: truncus. In Priangan van Dr. F. de Haan, deel 4 (1709) lezen we over de Blokstraf (p. 141): ‘Tot die zaken die Freyer van zijn voorganger overnam behoorden 2 voetbloks of tronken met hun hangsloten. “Heydt (o.l.p. 96) beschrijft de tronk in het ambachtskwartier (te Batavia): Diese tronk stehet ganz offen und ist nur mit einem Abdach vor dem Regen bewahret”. Baldaeus (Ceylon, p. 223) spreekt in de vertaling van een Portugees stuk) van “den tronk of 't gevangenhuis” Een stuk van 1808 spreekt van een tronk met de noodige blokken’. Ik vond in: De verdediging van Ternate onder den Gouverneur Johan Godfried Budach, 1796-1799, door P.A. Leupe, p. 278: De nieuw benoemde koning Sarkam scheen bij zijn volk zeer gezien te wezen. Al de prinsen, die onder den vorigen vorst waren uitgeweken, kwamen op Ternate terug en namen weder bezit van hunne verlaten of afgenomen woningen. Bij zijn proclamatie tot koning had hij aan zijn volk beloofd te zullen laten omver halen en tot de grond toe vernietigen den gevaarlijken tronk, die door den vorigen koning gebouwd was om het volk daar door kommer en ellende te doen vergaan’. Ook vond ik in de sterkte van het garnizoen op Ternate en verdere posten op dat eiland op 31 Juni 1796: In de tronkswacht 1 sergeant en 6 soldaten. Ik vermoed dat het Zuid-Afrikaans het woord tronk - gevangenis - ook uit het Portugees heeft gekregen. (J.J.M. Van Dam: 'Jantje Kaas en zijn jongens,' in: Tijdschrift voor Indische Taal-, Land- en Volkenkunde, 1942-1948)
• kaliskind armoedzaaier; Zich te voegen zich aan te passen; schijven geldstukken; avoes, amoy proost (à vous, à moi); pons punch; tijgt op de loop gaat op stap; kluis besloten plaats; kochelhuis bordeel; Geweld met zijn engelen de schout met zijn rakkers, de politie; tronk gevangenis; douleuren verdriet; Malakse dal Malakse land; realen munten (48 stuivers). (A.N. Paasman: Wie wil d'r mee naar Oost-Indië varen. Liedjes uit de Compagniestijd. 1991)